Waarom is aanraakspel zo belangrijk, en waarom juist nu?
Net als in tekenspel raakt aanraakspel aan onze grenzen. We leren woordeloos communiceren met concrete ervaringen, pikken informatie zonder woorden op en ontdekken hoe we liefdevol met elkaar omgaan.
Luister naar het interview van Corina Elzenaar met Marijke Sluijter.
De wasstraat
Wie is de baas?
Met dit spel leren kinderen dat degene die gemasseerd de baas is. De masseurs leren luisteren, afstemmen en doen wat er gevraagd wordt.
Maak een ‘wasstraat’ door op de knieën naast en tegenover elkaar te gaan zitten. Hou een smalle ruimte over, breed genoeg om de ‘auto’ door te laten.
Vraag welk wasprogramma ze gaan aanbieden. Spoelen; inzepen; waxen; droogblazen. Voor handeling wordt afgesproken hoe ze dat gaan doen.
Als het duidelijk is komt een kind met een ‘auto’ om die te laten wassen. Een ander kind is de chef. Die let op of de klant tevreden is.
Aan de klant wordt eerst gevraagd wat die wil. Wat voor auto is het? Wat moet er gedaan worden? Bandenspanning controleren, ramen lappen, spatborden oppoetsen? Laat de fantasie de vrije loop.
Altijd eerst even ‘kennismaken’
De ‘auto’ gaat op handen en knieën de wasstraat in, tussen de twee rijen kinderen. Die leggen hun handen op het ‘dak’. Neem een moment rust om heel even zacht te strelen of de auto iets te schudden. Dit helpt om contact te maken met het kind. Het is tenslotte geen echte auto, maar een mens. De ‘klant’ mag zeggen wanneer de wasstraat ‘aan’ gaat.
De ‘chef’ houdt de ‘klant’ in de gaten en kijkt naar het gezicht of alles naar wens is. Doorgaan, ophouden, harder, zachter?
Tip: Bij veel kinderen is drogen (‘over de rug en in de nek blazen’) favoriet. Probeer het maar eens.
Wist je trouwens dat je warm en koud kunt blazen? Met getuite lippen (FFF) komt er koude lucht uit, met de mond een beetje open (HHH) komt er warme lucht uit.