Hulp bij verhitte debatten, luisterluiheid en lange tenen.
(Gebaseerd op een Oud-hollands kringspel)
Ken je dit spelletje nog?
Ik heb een brilletje om door te kijken,
welk Pietje mij het best zal lijken
en als ik jou dan heb gevonden, zeg ik (naam) dans met mij!
Refrein:
Tralala, lala, lalalala, etc. (zelfde melodie als couplet)
Luister anders even hier:
In oud-hollandse kringspelen leerden kinderen spelenderwijs allerlei vaardigheden, zoals samenwerken, afstemmen, rekening met elkaar houden en resultaat behalen. In de pietendiscussie lijken al deze typisch Hollandse vaardigheden verloren geraakt. Tijd voor een revival!
Als kringspel
De kinderen houden elkaars handen vast en lopen in een kring, een kind met een brilletje (duimen en wijsvingers in ringetje voor de ogen) mag in het midden huppelen, tegen de richting van de kring in. Bij het refrein kiest het een kind en ze huppelen of dansen op de maat van het refrein samen verder. Ga meteen door naar twee kinderen, dan vier, acht, tot alle kinderen dansen.
Bij jonge kleuters is een kind in de kring beter.
Als tekenspel
Traditie past zich aan aan de veranderende omstandigheden. Daarvoor is luisteren, rekening houden met elkaars gevoelens, afstemming, instemming en creativiteit nodig. Dat ontbreekt vooralsnog aan de Pietendiscussie die meer op een partijtje moddergooien dan op een constructieve dialoog lijkt.
Voor de ruziënde partijen heb ik daarom twee spelletjes ontwikkeld. Eén spel om om te ontspannen en je creativiteit wakker te maken en een coöperatief tekenspel om te leren samenwerken en rekening te houden met ieders lange tenen.
In de spellen komen tekenactiviteiten voor die elk een specifiek effect op de tekenaar hebben. Hieronder een korte uitleg.
De lemniscaat (liggende acht, oneindig doorgaand):
Een lemniscaat tekenen helpt je om beide hersenhelften in te schakelen en goed te laten samenwerken: gevoel en verstand, logisch en creatief denken.
Krassen en zwalken:
Lekker krassen, zwalken en willekeurig draaien is een goede uitlaadklep bij spanning, krassen en zwalken werkt ontspannend en helpt je vastgeroeste gedachten los te laten en ruimte te maken voor iets nieuws.
Creativiteit:
Kun je goed gebruiken als je toe bent aan frisse nieuwe gezichtspunten.
Humor:
Een beetje kortsluiting zorgt voor optimaal gebruik van je hersencircuits (daar wordt je intelligenter van) en lachen is nog steeds een van de gezondste activiteiten die een mens kan beoefenen.
Coöperatief spel:
Samen werken aan een resultaat waarvan de uitkomst niet vaststaat: laat je verrassen!
Ruimte delen:
Oeps! Daar komt rekening houden met de gevoelens van een ander om de hoek kijken…
Tekenspellen om de verhitte emoties in goede banen te leiden
Waar is Piet?
Geef iedereen een A3 papier en kleurpotloden.
Laat het eerst zien. Zing “Ik heb een brilletje om door te kijken, welk Pietje mij het best zal lijken’ en teken tijdens het zingen van het couplet een lemniscaat (het brilletje). Zing dan het refrein en kras of zwalk dan met je potlood boven het brilletje haren: stijl, krullend, kort, lang, wat maar in je opkomt.
Aan het eind van het refrein teken je een grote glimlach onderaan en kijk! Daar is Piet!
Instructies:
Kies je favoriete kleurpotlood. Zet je potlood in het midden en ga van links naar rechts in grote lussen over je papier. Hardop meezingen is belangrijk! Daar worden de Pieten vrolijk van…
(en het is belangrijk voor de brein-lichaamskoppeling. Emotie en beweging liggen dicht bij elkaar in het lymbische deel van de hersenen).
Zeg dan: Waar is Piet?
Allemaal roepen: Daar is Piet!
Nu mag je alle kleuren gebruiken om je Piet helemaal naar jouw zin te maken.
Pietendans
Voor groepjes van 4 tot 8 (mensen)kinderen.
Plak een groot vel papier op een tafel. (Hema en Ikea hebben rollen goedkoop papier)
Hoe speel je het pietendansspel?
Ieder gaat om de tafel staan met twee kleurpotloden. Zet ze op het papier en begin te zingen. Tijdens het zingen van het couplet loopt iedereen rechts om de tafel en zwalkt en zwiert met beide potloden vrolijk over het papier. Bij het refrein stop je, kijkt wie er tegenover je staat en danst zingend met de potloden om elkaar heen. Meteen weer verder zingen, nog een paar keer herhalen.
Dan heb je een papier vol krullen en krassen: leuk materiaal om een feest van te maken!
Zeg: zie je de Pieten? Meestal is er wel iemand die een hoofd ziet, of een pet, benen en armen. Laat de rest even kijken voor ze zelf aan de slag gaan. Als iemand het moeilijk vindt zet dan eens twee ogen neer in een open vlakje. Meestal wijst de rest zich dan zelf.
Laat de tekenaars minstens een kwartier overal op het papier Pieten zoeken en inkleuren. Ze mogen overal komen, ook aan elkaars Pieten. Al doende merken ze hoe lang ieders tenen zijn… Na afloop levert dat mooie gespreksonderwerpen op.
Zing zelf!
Ik kan het niet vaak genoeg zeggen… Zing zelf! Zo hou je contact. Of je kan zingen is voor een kind helemaal geen issue. Ze hebben jouw stem gewoon nodig.
Zingend kun je het tempo en volume aanpassen en daarmee de kinderen aansturen en ‘bij de les’ houden. Zelf zingen verbindt jou met de kinderen en de kinderen met elkaar. Een lied geeft bovendien houvast bij de bewegingen, en het biedt een tijdskader.